Palatijn

 

De Palatijn ligt tussen de Circus Maximus aan de zuidkant en het Forum Romanum aan de noordkant. De westkant, die in de oudheid ook wel Germalus werd genoemd, ligt enkele honderden meters vanaf de Tiber. De heuvel ligt ca. 43 m. boven de Tiber en heeft een omtrek van ongeveer 2 km. De hoofdtoegang was in de oudheid een steile weg vanaf het Forum Romanum die bekendstaat als de Clivus Palatinus (wat geen naam uit de oudheid is). De Palatijn is tegenwoordig een archeologisch park met ingangen vanaf het Forum Romanum en de Via di S. Gregorio (nabij hetColosseum). Voor zijn watervoorziening was de Palatijn aangesloten op de Aqua Claudia. Aan de Via di S. Gregorio zijn nog enkele bogen van dit aquaduct te zien.

 

Volgens de legende is Rome op 21 april 753 v.Chr. op de Palatijn gesticht door Romulus. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er daadwerkelijk al bewoning was op de Germalus (de westelijke top van de Palatijn). Hier werd ook tot in de keizertijd de locatie aangewezen van de Hut van Romulus. Ook de Lupercal, de grot waar Romulus en Remus door de wolvin zouden zijn gevoed, bevond zich aan de voet van de Palatijn. Over de bebouwing uit de Koningstijd en deRepubliek is maar weinig bekend. Op de westkant van de heuvel werden tempels gebouwd voor Victoria (ingewijd in 294 v.Chr.) en voor Cybele (ingewijd in 204 v.Chr.), en aan het begin van de 3de eeuw v.Chr. werd een tempel voor Jupiter Stator gebouwd bij de toegangsweg naar de Palatijn.

Aan het eind van de Republiek werd de Palatijn een woonwijk voor de rijke burgers. Onder meer Tiberius Gracchus, Crassus en Cicero woonden hier. De zogenaamde Villa van Livia, die later door keizer Augustus in zijn residentie werd opgenomen, en het Huis van de Griffioenen, dat is gevonden onder het Lararium van de Domus Flavia, behoren tot de schaarse overblijfselen uit deze tijd.